Myriam Wedema (RMT Midden-Gelderland): “Er is een plekje voor iedereen”

In coronatijd ontstonden in 35 arbeidsmarktregio’s Regionale Mobiliteitsteams (RMT’s), met als doel om zoveel mogelijk werkzoekenden weer aan werk te helpen. Myriam Wedema is coördinator in Midden-Gelderland, waar Arnhem centrumgemeente is. Ze vertelt onder andere wat er is bereikt en wat er gebeurt als de RMT’s aan het einde van dit jaar stoppen.
“De overheid wilde in coronatijd voorbereid zijn op grote aantallen mensen die hun baan zouden verliezen of iets anders moesten gaan doen”, vertelt Myriam Wedema over de oprichting van de RMT’s in 2021. “Elk RMT is een samenwerking van gemeentes, het UWV en verschillende sociale partners, in afstemming met het onderwijs. De RMT’s bieden mensen die hun baan kwijt gaan raken of al kwijt zijn extra hulp bij het vinden van ander werk. Ze waren in eerste instantie bedoeld voor sectoren die werden getroffen door de coronacrisis, maar uiteindelijk is de doelgroep verbreed. Ze zijn er nu voor iedereen die extra hulp nodig heeft om werk te vinden.”
In de RMT’s werken dus mensen vanuit verschillende instanties en organisaties samen. “We maken gebruik van elkaars kennis en expertise, want samen weet je natuurlijk veel meer. Daarnaast hebben we van het Rijk budget gekregen om mensen bijvoorbeeld een opleiding of een individueel traject aan te bieden.”

Eén ingang
De RMT’s hebben volgens haar een heel belangrijke functie. “Het samenwerken helpt: de partijen zijn nader tot elkaar gekomen en leren van elkaar. Er is dankzij ons RMT nu meer mogelijk bij het UWV en de gemeenten als het om dienstverlening op maat gaat, zo merk ik. En er is beter zicht ontstaan wat er vanuit sectorafspraken mogelijk is. We hebben in onze regio honderden mensen verder kunnen helpen met hun loopbaan. Daar mogen we zeker trots op zijn.”
Maar aan het eind van 2024 stopt de regeling en houden de RMT’s op te bestaan. Er zijn plannen voor een vervolg in een iets ander jasje. Wedema: “De 35 arbeidsmarktregio’s gaan allemaal een Regionaal Werkcentrum formeren. Dat worden ook weer samenwerkingsverbanden. Zo’n Regionaal Werkcentrum moet dé ingang worden voor inwoners die vragen hebben over werk en scholing, maar ook voor werkgevers die bijvoorbeeld iemand willen aannemen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Nu weten inwoners en werkgevers vaak niet waar ze naartoe moeten, met al die verschillende loketten.”
Meer toenadering
Wedema houdt zich al 25 jaar beroepsmatig bezig met bewegingen op de arbeidsmarkt. “Ik vind het een fascinerende wereld. Ik gun het mensen om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt en geloof echt dat er voor iedereen een plekje is.” Hoe kijkt ze vanuit haar ervaring naar het huidige personeelstekort? “Deze tijd vraagt om het maken van scherpe keuzes. Je moet accepteren dat niet alles kan. Als regio moet je goed kijken naar de vraag of het werk dat er is en de samenstelling van de bevolking bij elkaar passen. Voor bedrijven zelf is HR-beleid nu heel belangrijk. Hoe zorg je ervoor dat je aantrekkelijk wordt of blijft om voor te werken? En als werkende of werkzoekende is het cruciaal dat je jezelf blijft ontwikkelen om duurzaam inzetbaar te zijn in een snel veranderende arbeidsmarkt”
Binnen de regio ziet ze meer onderlinge toenadering. “De betrokken partijen weten elkaar steeds beter te vinden. Daarin worden mooie stappen gezet. Maar alleen elkaar weten te vinden is nog niet genoeg. Het echte samenwerken kan nog beter. Daarvoor moet je dingen los durven laten en er soms op vertrouwen dat anderen iets beter kunnen dan jij. Het gaat om de vraag: ‘Hoe vul je elkaar aan met elkaars dienstverlening.’ Die samenwerking is heel belangrijk, want alleen dan gaan werkgevers en inwoners er echt van profiteren.”
